Doorwerkvereiste bij uitstellen pensioendatum tijdelijk buiten werking

In pensioenregelingen en pensioenovereenkomsten is standaard een pensioeningangsdatum opgenomen van 65 jaar. Onder voorwaarden is het mogelijk deze pensioeningangsdatum uit te stellen naar een later moment. De belangrijkste voorwaarde is dat er wordt doorgewerkt, waarbij sinds 2010 naast doorwerken in dienstverband ook doorwerken als ondernemer is toegestaan. In verband met het verschuiven van de AOW-leeftijd sinds 1 januari 2013 is het doorwerkvereiste voor uitstellen van de pensioeningangsdatum tijdelijk buiten werking gesteld.

Verschuiven AOW-leeftijd

Op 1 januari 2013 is de AOW-leeftijd met 1 maand opgeschoven. Was de AOW-leeftijd altijd 65 jaar, nu is deze 65 jaar en 1 maand. De komende jaren verschuift de AOW-leeftijd in stapjes verder, naar 67 jaar in 2023. Overigens is per april 2012 het moment van ingang al verschoven van de eerste van de maand waarin de gerechtigde 65 jaar wordt naar de dag waarop de gerechtigde 65 jaar wordt. Voor mensen geboren op 31 januari 1948 is derhalve de AOW-leeftijd in feite in minder dan een jaar tijd met 2 maanden opgeschoven.

Doorwerkvereiste

Vanwege het verschuiven van de AOW-leeftijd loopt de ingangsdatum van het aanvullend pensioen (vaak 65 jaar) niet meer gelijk met het moment waarop de AOW ingaat. Voor actieve werknemers is dit geen onoverkomelijk probleem, zij werken een periode – van 1 maand tot 2 jaar – door in combintie met uitstellen en de ingangsdata zijn weer gelijk. Dit is anders voor inactieven die nog geen AOW ontvangen. Omdat zij niet meer werkzaam zijn, hebben zij vanwege het doorwerkvereiste niet meer de mogelijkheid om het aanvullend pensioen uit te stellen. Naar de mening van de Eerste Kamer is een ongelijke ingangsdatum voor AOW en aanvullend pensioen een onduidelijke situatie voor pensioenuitvoerders en burgers en zou dit hoge uitvoeringslasten met zich brengen.

Geboren vóór 1950

De motie van de Eerste Kamer heeft de Staatssecretaris een besluit doen uitvaardigen (5 december 2012, nr.BLKB2012/1822M). Hierin stelt hij het doorwerkvereiste tijdelijk buiten werking. De voorwaarde die hij hieraan verbindt, is dat het moet gaan om inactieven geboren vóór 1950. De tijdelijkheid zit ‘m erin dat de goedkeuring geldt tot 31 maart 2015, de datum waarop de laatste personen geboren vóór 1950 hun AOW-uitkering ontvangen.Dat de Staatssecretaris kiest voor de groep geboren vóór 1950 is gelegen in het feit dat deze categorie nog gebruik maakt van VUT en prepensioen en uit dien hoofde niet meer werkzaam zijn. Ze kunnen derhalve niet meer voldoen aan het doorwerkvereiste om de ingangsdata van AOW en aanvullend pensioen gelijk te trekken.

Het is goed dat het doorwerkvereiste tijdelijk buiten werking wordt gesteld, maar dat dit enkel voor deze groep gebeurt is nogal arbitrair. Er zijn genoeg andere inactieven waarvan binnen afzienbare tijd de AOW-leeftijd niet meer synchroon loopt met het moment van ingang van het aanvullend pensioen. Daarvoor geldt dan kennelijk niet een onduidelijke situatie en hoge uitvoeringslasten. Het was gepaster geweest om geen leeftijdsvoorbehoud te maken, zodat een grotere groep mensen de ingangsdatum van AOW en aanvullend pensioen gelijk hadden kunnen trekken zonder te hoeven doorwerken.