Liquiditeitsverbetering bij BV’s met pensioen en lijfrente in eigen beheer

Geplaatst op 2 mei 2013

In de huidige tijd van economische tegenwind zijn veel BV’s op zoek naar mogelijkheden om hun liquiditeitspositie te verbeteren. BV’s hebben vaak een pensioen- en/of lijfrenteverplichting op hun balans staan (in eigen beheer) voor hun DGA’s. Het aanwezige vermogen zit in onroerend goed, deelnemingen en andere middelen die niet direct omgezet kunnen worden in euro’s. Toch komt er een moment waarop de BV aan de DGA uitkeringen moet gaan betalen en loonbelasting moet afdragen aan de Belastingdienst. Een uitstroom van liquiditeiten waar BV’s soms niet aan kunnen of willen voldoen. Tips om de liquiditeit te verruimen zijn afstempelen van pensioen, uitruil van pensioen, uitstellen van de ingangsdatum van pensioen en/of lijfrente en afzien van lijfrente-uitkeringen.

Afstempelen pensioen in eigen beheer

Het is onder voorwaarden mogelijk om pensioenen die bij de eigen BV zijn ondergebracht te verlagen (afstempelen). Onlangs heeft de Staatssecretaris van Financiën voorwaarden geformuleerd om zulke pensioenen in eigen beheer te verminderen. Tot de voorwaarden behoort een dekkingsgraad van 75% of lager. Met dekkingsgraad wordt bedoeld de verhouding tussen de activa van de BV en de pensioenverplichting en overige verplichtingen van de BV. Indien er meer verplichtingen zijn dan activa is er sprake van een onderdekking (te lage dekkingsgraad).Verder moet het gaan om reële ondernemings- of beleggingsverliezen waardoor onderdekking is ontstaan. En afstempelen is enkel mogelijk op pensioeningangsdatum, waarbij reeds ingegane pensioenen tot 1 januari 2016 afgestempeld kunnen worden.

Verlagen pensioenuitkeringen

Indien de BV geen te lage dekkingsgraad heeft, zijn er toch mogelijkheden om de pensioenuitkeringen te verlagen om zodoende een liquiditeitsverruiming te verwezenlijken. De DGA kan kiezen om een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen te ruilen voor een hoger partnerpensioen (uitruil van pensioen). Het uit te keren ouderdomspensioen valt direct lager uit zodat de BV minder pensioen hoeft uit te keren.

Ook mogelijk is kiezen voor een lager ouderdomspensioen in de eerste jaren na pensionering (bijvoorbeeld 5 jaar) en vervolgens een hoger ouderdomspensioen (laag-hoog pensioen). Dit geeft de BV ruimte om liquiditeiten op te bouwen en tijd om bijvoorbeeld een pand te verkopen of te verhuren waardoor na 5 jaar voldoende liquide middelen aanwezig zijn om de hogere pensioenuiteringen te doen.

Indien de DGA nog doorwerkt kan hij zijn pensioendatum uitstellen, dat kan tot uiterlijk 70 jaar. Dan dient het pensioen definitief in te gaan. Uitstellen geeft ook direct een liquiditeitsverbetering.

Het is belangrijk om een besluit tot uitruil van pensioen, laag-hoog pensioen en/of uitstellen van de pensioendatum uiterlijk op pensioeningangsdatum te hebben genomen. Indien het pensioen eenmaal is ingegaan kan het niet meer wijzigen.

Lijfrente-uitkeringen (stamrechten)

Ook met lijfrente-uitkeringen – ook wel stamrechten genoemd – die bij een eigen BV zijn ondergebracht zijn mogelijkheden om de liquiditeitspositie te verbeteren. Zo kan de rechthebbende afzien van (een deel van) de uitkeringen als de lijfrente is bedongen vóór 1992. Verder kunnen ook lijfrente-uitkeringen nader uitgesteld worden tot 70 jaar – en bepaalde lijfrentes nog langer – zodat de BV tijd heeft om voldoende liquiditeiten op te bouwen.

Vastleggen en berekenen

Het is van groot belang de hiervoor genoemde keuzes goed en tijdig vast te leggen om problemen met de Belastingdienst te voorkomen. Ook zullen de keuzes doorgerekend moeten worden om de hoogte van de pensioen- en lijfrente-uitkeringen opnieuw vast te stellen.