Wat te doen met de oudedagsverplichting (ODV)?

Tot 2020 konden DGA’s met pensioen in eigen beheer hun pensioenen omzetten in een oudedagsverplichting (ODV). Veel DGA’s hebben hier gebruik van gemaakt. Een van de redenen voor de omzetting was dat het daarna allemaal simpeler werd. Dat betekent echter niet dat je er als DGA of als accountant geen aandacht meer aan hoeft te besteden!

ODV in opbouwfase

Jaarlijks neemt de accountant de actuele stand van de ODV op in de jaarrekening. Het is goed te beseffen dat het geld om de ODV in de toekomst uit te keren er wel dient te zijn vanaf ingangsdatum.
Is het geld er nu nog niet, maak dan een plan om de middelen op termijn wél beschikbaar te hebben.

Als er al wel middelen zijn gereserveerd voor de ODV is het te overwegen om (een deel van) de ODV alvast om te zetten in een lijfrente bij een professionele uitvoerder. Gebeurt dat in een beleggingsvariant, dan kan de DGA profiteren van een langere beleggingshorizon.

ODV in uitkeringsfase

Een ODV gaat uitkeren vanaf de AOW-leeftijd van de DGA. Het is mogelijk de ODV eerder in te laten gaan, tot vijf jaar vóór de AOW-datum. De einddatum van de ODV is 20 jaar ná de AOW-datum. Behoudens een jaarlijkse correctie (positief of negatief) op basis van het u-rendement kan de ODV-uitkering niet in hoogte variëren. Een hoog-laag uitkering zoals bij pensioen is niet mogelijk. Dit maakt de ODV vrij star.

Een DGA moet de BV met de ODV erin nog 20 jaar na zijn AOW-datum aanhouden. Als dat niet gewenst is, is tijdige actie vereist! Het is namelijk tot uiterlijk 5 jaar na de AOW-datum mogelijk om de ODV om te zetten in een direct ingaande lijfrente bij een professionele uitvoerder. Daarna kan het niet meer en moet de hele rit met de BV worden uitgezeten. Overigens is overdracht van de ODV naar een andere BV ook mogelijk.

ODV omgezet in lijfrente

Als de ODV tijdig is omgezet in een lijfrente, biedt dit de DGA meer flexibiliteit. Zo is een kortere looptijd dan 20 jaar mogelijk. Een tijdelijke oudedagslijfrente dient minimaal 5 jaar te lopen, met een maximale uitkering per jaar van circa €22.750.
Een variatie in de hoogte van de lijfrente-uitkering kan ook, door een 5-jarige met een 20-jarige lijfrente te combineren.

En als de DGA doorwerkt na de AOW-datum is er vaak geen behoefte aan extra inkomen. Dit valt doorgaans in het hoogste tarief. Een lijfrente kan – in tegenstelling tot de ODV – tot 5 jaar ná de AOW-datum worden uitgesteld.

Een lijfrente-uitkering kent tegenwoordig meerdere gedaantes. Zo is er de verzekerde lijfrente, de bancaire lijfrente en de beleggingslijfrente. Welk type lijfrente passend is, is afhankelijk van de wensen van de gerechtigde. Een verzekerde lijfrente keert bijvoorbeeld levenslang uit. Een nadeel hiervan is dat als de gerechtigde vroeg overlijdt en zijn partner ook, het resterende lijfrentekapitaal toekomt aan de verzekeraar. Een bancaire lijfrente ondervangt dit risico. Deze keert na overlijden van de gerechtigde verder uit aan de erfgenamen.
Met de huidige lage rentes is een alternatieve vorm de beleggingslijfrente. Hiermee koopt de gerechtigde niet in één keer de toekomstige uitkeringen aan, maar per jaar. Het resterende kapitaal wordt dan doorbelegd. Met een hoger verwacht rendement. Het moet natuurlijk wel bij de gerechtigde passen, het beleggen met de lijfrente. Hier zijn risico’s aan verbonden.

Kortom, de DGA en zijn accountant hebben veel keuzes te maken met de ODV. Begin hier op tijd mee!

Meer weten? Klik hier en wij nemen contact met u op voor het beantwoorden van vragen en het bieden van ondersteuning.

Andere Tips & Cases

Meer ruimte voor lijfrente aftrek

Om te komen tot een meer arbeidsvormneutraal pensioenkader is met de nieuwe pensioenwetgeving ook de lijfrenteruimte aanzienlijk uitgebreid. Met terugwerkende…

Lees verder
Pensioen bij ontslag

Wanneer je van baan verandert, is het belangrijk om te begrijpen hoe je pensioen wordt beïnvloed door deze nieuwe situatie. In sommige gevallen kun je een deel…

Lees verder
nieuwe wet toekomst pensioenen is aangenomen
Wet toekomst pensioenen aangenomen

Op dinsdag 30 mei jl. heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet toekomst pensioenen. Dit betekent dat vanaf 1 juli a.s. de pensioenopbouw in Nederland…

Lees verder